U bent hier

Het gebruik van narratieve vaardigheden binnen de meertalige diagnostiek

Inleiding

Het meten van narratieve vaardigheden levert belangrijke informatie binnen de diagnostiek van kinderen met taalproblemen. Ook bij meertaligen biedt het gebruik van narratieve taken een rijkdom aan informatie, zowel in het Nederlands als in de moedertaal. Dit onderzoek wil het vertellen van parallelverhalen in het Nederlands en in de thuistaal vergelijken om de bruikbaarheid en vergelijkbaarheid van narratieve scores in beide talen te evalueren.

Waarom?

Naast de afzonderlijke rijkom aan informatie die het analyseren van verhalen in het Nederlands en de thuistaal oplevert, kan een analyse van parallelverhalen in beide talen ook een belangrijke meerwaarde bieden wanneer beide talen met elkaar vergeleken kunnen worden.

Inhoud:

Fase 1: vooronderzoek

In een literatuurstudie worden de bestaande narratieve testinstrumenten en het gebruik ervan in de meertalige diagnostiek bestudeerd. In een vooronderzoek wordt de bruikbaarheid van de verhalen van de Edmonton Narrative Norms Instrument (ENNI) bij 6 tot 7-jarige tweetalige kinderen nagegaan. Op basis van dit vooronderzoek worden twee parallelverhalen van de ENNI geselecteerd.

Fase 2: testafnames

Twee parallelverhalen worden afgenomen bij twintig 6 tot 7-jarige tweetalige Nederlands-Pools/Nederlands-Berbers/Nederlands-Frans sprekende kinderen en bij en groep eentalige kinderen.

Fase 3: analyses van de verhalen

De scoring van de macro- en microstructuur van alle verhalen wordt ingeoefend bij enkele testverhalen aan de hand van de richtlijnen die Schneider, Vis Dubé & Hayward voorschrijven (http://www.rehabresearch.ualberta.ca/enni/). Vervolgens wordt de betrouwbaarheid van de scoring vergeleken. Bij een goede betrouwbaarheid worden alle verhalen geanalyseerd.

Fase 4: kwalitatieve en kwantitatieve verwerking

De resultaten van het Pools/Berbers/Frans en Nederlands worden met elkaar vergeleken voor de kinderen met en zonder taalproblemen. De discriminerende waarde van de narratieve taken in het Pools/Berbers/Frans en Nederlands worden in kaart gebracht.

Projectteam:

Ellen Vandewalle (promotor)

Eline Liekens (copromotor)

i.s.m. studenten 3de Bachelor Logopedie, Thomas More Antwerpen

Hilde Roeyers (parallelstudie bij Frans-Nederlandssprekende kinderen)

i.s.m. studenten 3de Bachelor Logopedie, Katholieke Hogeschool  Brugge en Oostende

Samenwerking

Hilde De Smedt, Foyer

Referenties

Schneider, P., Vis Dubé, R. & Hayward, D. The Edmonton Narrative Norms Instrument (ENNI), geraadpleegd via http://www.rehabresearch.ualberta.ca/enni/