U bent hier

Geen evidentie voor speciale ‘dyslexielettertypes’  (20-11-2012)

Terug naar nieuwsoverzicht

Recent is er veel aandacht voor lettertypes die speciaal ontworpen zijn voor personen met dyslexie. Deze lettertypes worden aangeboden en verwerkt in leesmateriaal onder het motto dat ze het leesgemak van lezers met dyslexie verhogen. Maar verhoogt zo’n lettertype effectief het leesgemak van lezers met dyslexie? Heeft deze hypothese de wetenschappelijke toets doorstaan? Het antwoord is neen. Een recent onafhankelijk onderzoek toont aan dat een van de 'dyslexielettertypes' (Dyslexie van Christian Boer) alleszins geen invloed heeft op de leesprestatie van lagere schoolkinderen in vergelijking met een standaard lettertype (Arial). Dit zowel voor wat betreft snelheid als nauwkeurigheid (Kuster, Braams & Bosman, 2012). Ook rond lettertypes als o.a. Read Regular, Lexia Readable en Open-Dyslexic is er geen duidelijkheid. Een voorbeeldtekst en beschrijving van deze lettertypes, alsook van het lettertype Dyslexie, zijn terug te vinden op de website van de British Dyslexia Association (2012).

Enkel het herhalen van woorden blijkt de leesprestatie van de kinderen te beïnvloeden, niet het lettertype waarin de woorden is weergegeven (Kuster et al., 2012). De boodschap is duidelijk: meer lezen werkt!

Onderzoeken naar effecten van het lettertype Dyslexie

Tot nog toe werd erg weinig onderzoek verricht naar de effecten van specifieke lettertypes op de leesprestaties van lezers met dyslexie. We wijzen in dit verband op twee onderzoeken (de Leeuw, 2010; Kuster, Braams & Bosman, 2012). In de masterthesis van de Leeuw (2010) observeerde men geen effect van het lettertype (Dyslexie vs. Arial) op het leestempo en waren de resultaten op het aantal fouten onduidelijk (sommige fouten kwamen minder vaak voor, andere vaker). Het lettertype Dyslexie werd wel als positief ervaren. Een belangrijke kanttekening die we hierbij moeten maken is dat expliciet gevraagd werd naar de ervaringen met ‘het speciale lettertype Dyslexie’. Dit kan uiteraard de antwoorden van de deelnemers beïnvloeden in het voordeel van het lettertype Dyslexie.

Recent rapporteerden Kuster, Braams en Bosman (2012) een onderzoek bij een grote steekproef kinderen met dyslexie. Dezelfde tekst werd hen voorgelegd in lettertype Arial en in lettertype Dyslexie. Hierbij werd de volgorde van de lettertypes gecontroleerd en was er voldoende tijd tussen de twee testmomenten. Het lettertype had geen significante invloed op de leesprestaties (leestempo, aantal fouten), enkel herhaling had een significante invloed. De kinderen lazen sneller en met minder fouten bij de tweede leesbeurt, onafhankelijk van het lettertype.

De wetenschappelijke toets

De vraag die men zich bij elke wetenschappelijke studie dient te stellen is: ‘Onderzoekt men daadwerkelijk wat men beweert te onderzoeken?’ Met andere woorden, onderzoekt men in dit geval het effect van het lettertype op de leesprestaties van lezers met dyslexie en niet het effect van bv. verwachtingen over een lettertype op de ervaringen van lezers met dyslexie? Hierbij moet ook goed omschreven worden hoe de diagnose gevalideerd werd.

Er zijn heel wat factoren die leesprestaties beïnvloeden. Als men onderzoekt of een bepaald lettertype invloed heeft op de leesprestaties dan tracht men andere beïnvloedende factoren ofwel te controleren ofwel op zijn minst deze factoren in kaart te brengen en de invloed ervan mee te nemen in de resultaten. Een belangrijke factor in dit verband zijn de verwachtingen van de lezers en de betrokken leerkrachten. Als het lettertype als ‘speciaal’ en ‘dyslexievriendelijk’ wordt voorgesteld dan kunnen de deelnemers beïnvloed worden en betere prestaties verwachten. Het is daarom noodzakelijk dat het onderzoek wordt gevoerd bij deelnemers die niet op de hoogte zijn van het doel van het onderzoek om de effecten van verwachtingen te kunnen uitsluiten.

We kunnen stellen dat het onderzoek van Kuster, Braams en Bosman (2012) aan bovenstaande vereisten voldoet. De conclusie van dit onderzoek is dan ook dat er tot nu toe geen wetenschappelijke onderbouwing bestaat voor het gebruik van speciale ‘dyslexielettertypes’.

Aan de Universiteit Amsterdam loopt momenteel een masterscriptie rond hetzelfde onderwerp (De Jong, De Brouwer en Thijms, in voorbereiding). Meer informatie en de resultaten van dit onderzoek worden binnenkort verwacht.

Waar kunnen we wel rekening mee houden bij de keuze en de opmaak van een lettertype?

  • Kinderen en volwassenen met dyslexie profiteren van een groter lettertype (12/14pt) (Wilkins et al., 2007; Wilkins et al., 2009; Bernard et al., 2001)
  • Kinderen met dyslexie lezen sneller en met minder fouten bij een grotere afstand tussen de letters (letter spacing; Zorzi et al., 2012). Dit onderzoek werd uitgevoerd bij kinderen en mag dus niet veralgemeend worden naar (jong)volwassenen.
  • De voorkeur voor een schreefloos lettertype (bv. Verdana, Arial) werd beschreven bij volwassenen met dyslexie, maar niet elke lezer heeft dezelfde voorkeur (Dickenson, Gregor & Newell, 2002).
  • Voldoende interlinie (d.i. de afstand tussen de regels) wordt tevens geadviseerd, maar ook hierbij bestaan er individuele voorkeuren. Vermoedelijk geldt hetzelfde voor andere lay-outaanpassingen op zins- en tekstniveau (zoals bv. kortere zinnen, meer tussentitels, geen splitsingen).

Het goede nieuws is dat bovenstaande zaken gemakkelijk aangepast kunnen worden (in bv. de eigen tekstverwerker zoals Word) en bovendien helemaal niets kosten.

Conclusie

Wij adviseren een kritische omgang met speciale ‘dyslexielettertypes’ zolang niet bewezen is dat ze het leesgemak effectief bevorderen.

Referentielijst

Bernard,  M.,  Liao,  C.,  &  Mills,  M.  (2001).  The  effects  of  font  type  and  size  on  the  legibility  and reading time of online text by older adults. Proceedings of CHI ’01 Extended Abstracts, pp. 175-176.

British Dyslexia Association (2012). Typefaces for dyslexia. Te raadplegen op: http://bdatech.org/what-technology/typefaces-for-dyslexia/.

De Jong, De Brouwer en Thijms (in voorbereiding). Ongepubliceerde masterproef. Universiteit van Amsterdam.

De Leeuw, R. (2010). Special Font for Dyslexia. Unpublished master thesis. University of Twente.

Dickenson, A., Gregor, P, & Newell, A.F. (2002). Ongoing investigation of the ways in which some of the problems encountered by some dyslexics can be alleviated using computer techniques. In J.A. Jacko (Ed.), ASSETS 2002 (The Fifth International ACM Conference on Assistive Technologies), pp. 97-103. Edinburgh, Scotland.

Kuster S., Braams T. & Bosman A.M.T. (2012). Hoezo is het lettertype Dyslexie beter? Tijdschrift voor Remedial Teaching, 20, pp. 26-28.

Wilkins,  A.,  Cleave,  R.,  Grayson,  N.,  &  Wilson,  L.  (2009). Typography  for  children  may  be inappropriately designed. Journal of Research in Reading, 32, p. 11.

Wilkins, A., Smith, J., Willison, C., Beare, T., Boyd, A., Hardy, G., et al. (2007). Stripes within words affect reading. Perception, 36, pp. 1788-1803.

Zorzi M., Barbiero C., Facoetti A., Lonciari I., Carrozzi M., Montico M., Bravar L., George F., Pech-Georgel C., & Ziegler J.C. (2012). Extra-large letter spacing improves reading in dyslexia. PNAS Early Edition. Te raadplegen op http://www.pnas.org/content/109/28/11455.