U bent hier

Verschillende vormen van diagnostiek

Screening kan de een eerste stap zijn in een diagnostisch proces. Het doel van een screening is kijken of er aanwijzingen zijn voor een bepaalde stoornis. Meestal wordt gebruik gemaakt van een vragenlijst of checklist die door hulpverleners, ouders, leerkrachten of een combinatie van deze personen wordt beoordeeld. De screening kan een aanleiding zijn om een persoon op een specifiek terrein verder te onderzoeken en dient dus onderscheiden te worden van diagnostisch onderzoek.

Criteria

Wetenschappelijk onderbouwde diagnostiek van dyscalculie dient uit te gaan van een beschrijvende definitie. Daarnaast is een wetenschappelijk onderbouwde diagnose van dyscalculie gebaseerd op volgende criteria:

  • het ‘achterstandscriterium’: er is een ernstige achterstand ten opzichte van een relevante vergelijkingsgroep;
  • het ‘resistentiecriterium’: de rekenproblemen zijn hardnekkig. Ondanks adequate en intensieve remediëring en inoefening blijven de moeilijkheden op vlak van rekenen bestaan;
  • het ‘exclusiecriterium’: de hardnekkige rekenproblemen kunnen niet toegeschreven worden aan een ander probleem.

Omwille van de grote individuele verschillen in de specifieke uiting van dyscalculie, is het noodzakelijk dat de verschillende rekenvaardigheden in kaart gebracht worden. Het is aangewezen op zijn minst te peilen naar zowel procedurele rekenvaardigheden als geautomatiseerde rekenvaardigheden.

De expertise van de diagnosticus

Zoals het kader rond wetenschappelijk verantwoord handelen  voorschrijft, is de klinische expertise van de diagnosticus een voorwaarde. Deze klinische expertise verwijst naar de competentie van de hulpverlener, verworven door ervaring, onderwijs en training, die bijdraagt tot een goede beroepsuitoefening (APA Presidential Task Force on Evidence-Based Practice, 2006). Naast een grondige kennis van het fenomeen leerstoornissen dient de diagnosticus ook een gedegen scholing te hebben genoten in de diverse functiebeperkingen om te kunnen aftoetsen of er sprake is van bijkomende problemen (comorbiditeit) en/of mogelijks andere problemen de moeilijkheden op vlak van lezen en spellen veroorzaken. Hulpverleners die deze scholing niet hebben genoten, zouden het best terugvallen
op een multidisciplinair team.