U bent hier

Collega Ellen Vandewalle rondt doctoraatsonderzoek af  (8-3-2012)

Terug naar nieuwsoverzicht

Verkenning van lees- en spellingontwikkeling bij kinderen met een specifieke taalontwikkelingsstoornis: een prospectieve longitudinale studie

 

Promotor: Prof. dr. Inge Zink

Copromotor: Prof. dr. Pol Ghesquière

 

Kinderen met een specifieke taalontwikkelingsstoornis (specific language impairment, SLI) hebben hardnekkige moeilijkheden met mondelinge taal. Dit kan zich uiten in verschillende taaldomeinen: ze kennen bijvoorbeeld vaak minder woorden, kunnen woordvindingsproblemen hebben, maken kortere zinnen of zetten woorden in de verkeerde volgorde, hebben moeite met het herkennen van klanken, enz. Deze kinderen lopen een groot risico om later dyslexie te ontwikkelen. De overlap tussen beide stoornissen blijkt groter dan verwacht, maar de mate van overlap en de oorzaken blijven nog onopgehelderd. Het is heel moeilijk om in de kleuterklas te voorspellen of een kind met SLI al dan niet een risico loopt om later lees- en spellingproblemen te ontwikkelen.
 
In deze thesis werd de ontwikkeling van verschillende vaardigheden die belangrijk zijn bij de lees- en spellingontwikkeling nagegaan om betrouwbare voorspellers te vinden voor een lees- en spellingachterstand bij kinderen met SLI. In een longitudinaal onderzoek werden 18 kinderen met SLI en 18 kinderen van een controlegroep opgevolgd vanaf de derde kleuterklas tot het begin van het derde leerjaar. De kinderen werden jaarlijks onderworpen aan verschillende testreeksen, waarbij lezen en spellen, fonologische en andere mondelinge taalvaardigheden nagegaan werden. Bijkomend werden auditieve verwerking en spraakperceptie eenmalig getest in het eerste leerjaar.
 
Uit de resultaten bleek dat de meeste problemen met mondelinge taal typerend waren voor alle kinderen met SLI en geen verband hadden met lezen en spellen. Enkel seriële benoemsnelheid, fonologisch bewustzijn en spraakperceptie bleken belangrijke voorspellers van lees- en spellingachterstand bij kinderen met SLI. De vaardigheden letterkennis in de derde kleuterklas en verbaal kortetermijngeheugen waren geen goede voorspellers.
 
Deze resultaten zijn belangrijk voor hulpverleners en leerkrachten om problemen met vaardigheden die belangrijk zijn voor de lees- en spellingontwikkeling bij kinderen met SLI vroegtijdig te herkennen, op te volgen, te zoeken naar adequate pedagogisch-didactische methoden en indien nodig een juiste behandeling voor elk kind met een groot risico op dyslexie. Bijkomend onderzoek is noodzakelijk om specifieke tests te ontwikkelen, valideren en standaardiseren om de vaardigheden op te meten die in dit onderzoek aangetoond werden als belangrijke voorspellers van lees- en spellingachterstand bij kinderen met SLI.

 

Meer informatie: http://www.kuleuven.be/doctoraatsverdediging/cm/3M04/3M040476.htm